De Antwerpse
fluwelen revolutie

Toevoeging Deel 1 in update oktober 2017

< terug naar de publicatie

Hoe landen in het Oosterweeldossier?

(vanaf p.36)

Inderdaad, in december 2014 valt het verdict: de Europese Commissie geeft geen groen licht voor de toewijzing aan Noriant. De afgesproken schaderegeling met Noriant treedt daarmee in werking zodat de Vlaamse Regering opnieuw haar handen vrij heeft. Minister Weyts blijft echter geloven dat hij in 2017 de schop in de grond zal kunnen steken. [p. 158]

De Vlaamse Regering krijgt in april 2015 - bovenop het vernietigende oordeel over de toewijzing aan Noriant - de mededeling dat haar debudgettering van de Oosterweelkosten en de verdere bevoordeling van Noriant in het verder verloop ook niet door de beugel kunnen voor de Europese Unie. [p. 159]

De actiegroepen gebruiken dit momentum om Open VLD en CD&V (intussen BAM-
tracé afvallig) aan te porren om het noordelijke tracé weer in het spel te brengen 
[p. 160]. Dit tracé werd elegant omgedoopt tot “Oosterweel Noord” om niet al te veel onder de aandacht te brengen dat het in feite samenvalt met het initiële stRaten-generaal voorstel alsook dat van ARUP-SUM (2007). Het woord “historisch compromis” valt voor het eerst. Het slordig omgaan met de procedure door de Vlaamse overheid en de aankondiging van een nieuw referendum spelen in de kaart van de opening naar een echte dialoog.
Stadsbestuur en Vlaamse overheid beginnen in te zien dat hun “beslist beleid”-mantra niet langer kan aangehouden worden. De Overkapping wordt opgenomen in hun beleidsvisie in de overtuiging dat hiermee hun Oosterweeltracé ongehavend kan overleven. Overkapping, voorlopig alleen in het zuiden van de Ring.

Ringland blijft met goed opgebouwde communicatie en evenementen de bevolking voortdurend sensibiliseren. De burgerbeweging werkt stapsgewijs haar concept van gescheiden verkeersstromen en volledige overkapping verder uit en zorgt voor een breed draagvlak.

Via druk bijgewoonde avondsessies in zaal Horta zorgen stRaten-generaal, Ademloos en Ringland voor regelmatige terugkoppeling naar hun sympathisanten en vergaren aldus vertrouwenskapitaal om naar een compromisoplossing te gaan. Video’s en presentaties maken ze steeds beschikbaar via internet.

stRaten-generaal, Ademloos en drie individuele burgers uit Antwerpen en Zwijndrecht zetten in juli 2015 de stap naar de Raad van State met een klacht over een niet correcte uitvoering van het milieueffectenrapport voor de Oosterweelverbinding … weliswaar na vergeefse pogingen om via de ombudsman bemiddeling te zoeken. [p. 162]

De overheid stelt in december 2015 Alexander D’Hooghe aan als intendant voor een (gedeeltelijke) overkapping van de Ring. Hij heeft een brede internationale ervaring en pendelt professioneel tussen België en de USA waar hij als professor werkt voor het befaamde Massachusetts Institute of Technology (MIT) [p. 164] website. De actiegroepen zijn achterdochtig, maar laten zich overtuigen om samen met de intendant de overkapping van de zuidelijke Ring te bestuderen. “Nadien zien we wel wat het voortschrijdend inzicht zal opleveren”, is hun overtuiging. [p. 166]

Het verzoekschrift van de actiegroepen bij de Raad van State wordt als drukkingsmiddel nog belangrijker wanneer de auditeur van de Raad van State in januari 2017 hun bezwaren over het milieueffectenrapport mee onderschrijft. Dit auditoraatsverslag zal er mee toe leiden dat de overheden Alexander D’Hooghe meer ruimte geven om elementen van oplossingen te gaan zoeken in wat de burgerbewegingen aanreikten, zoals het haventracé om doorgaand verkeer om te leiden, de modal shift en een afgeslankte Oosterweel (als er dan toch een moet komen) en last but not least centen op tafel voor overkapping.

Langzaam maar zeker kan Alexander D’Hooghe zijn holistische aanpak (geïnspireerd door het opleidingsmodel van Wilhelm von Humboldt) omzetten in een resultaatgerichte dynamiek. “Zolang beide partijen blijven trekken in tegenovergestelde richting kan je zeker zijn dat er niets gebeurt”, is zijn premisse. Hij stelt in november 2016 zijn ambitienota voor en lanceert in december een oproep tot kandidaatstelling naar internationale ontwerpteams om de overkapping van de Ring mee vorm te geven [p. 170]. Ondertussen werkt hij aan het versterken van een draagvlak door - samen met minister Weyts en havenschepen Van Peel - de vrijwaring van het Sint-Annabos aan te kondigen [p. 171].

Vanaf begin 2017 verkent hij de potenties van een radicaal haventracé dat uit de eerste berekeningen kans van slagen heeft. Die analyse legt de basis voor wat op 15 maart 2017 zal uitmonden in een “historisch toekomstverbond voor mobiliteit en leefbaarheid in Antwerpen”.

Het duo Alexander D’Hooghe - Manu Claeys samen met Bart Van Camp (kabinetschef van Minister Weyts) en Peter Vermeulen liggen aan de basis van een “lasagne met vier lagen” waar ieder in scoort … en toegevingen doet [p. 172]. Cruciaal was ook de rol van Antwerps schepen Koen Kennis, die in alle belangrijke discrete overlegmomenten het nodige (politieke) gewicht in de weegschaal kon leggen.

Het BAM-tracé wordt behouden, maar krijgt minder rijstroken en zal enkel dienen voor stedelijk verkeer (“Oosterweel light”). Er komt een grote halve Ring in het noorden … die gebruik zal maken van de Liefkenshoektunnel (het radicaal haventracé). De Ring zal overkapt worden, integraal maar binnen een langetermijnplanning. Een “modal shift” zet in op alternatieven voor de wagen en een slimme mobiliteit moet de verkeersstromen sterker sturen.

Een efficiënte maar bescheiden Alexander D’Hooghe laat de eer aan de Vlaamse Ministerraad, de stad Antwerpen en de vertegenwoordigers van de actiegroepen (samen de Twaalf Apostelen) het goede woord aan het volk te verkondigen [p. 176]. Zelfs Bart De Wever kan met Wim Van Hees het parallel trekken met de Slag bij Oosterweel 450 jaar geleden.

De 12 apostelen die het Toekomstverbond aankondigen op 15 maart 2017

Terecht merken de commentatoren op dat hieruit ook lessen voor heel Vlaanderen kunnen worden getrokken. Het primaat of beter gezegd de vanzelfsprekendheid van het gezag van de politiek en de politici is doorbroken. Burgers willen en kunnen er vandaag mee voor zorgen dat goede beslissingen worden genomen. [p. 178 en 180]

Het Historisch Akkoord (‘Toekomstverbond’) [p. 225] wordt toegelicht in een nokvolle Roma waarbij kabinetschef Bart Van Camp op overtuigende wijze het woord voert. Zijn overstap van het kabinet van Antwerps schepen Koen Kennis naar Vlaams Minister Ben Weyts was de juiste keuze gezien zijn kennis over infrastructuur en mobiliteit zowel bij de overheid als in een ondersteunende rol bij Voka.

Kabinetschef Bart Van Camp in nokvolle Roma

Is alles nu in orde?

Zeker niet, obstakels zullen er blijven. Financiering is en blijft een uitdaging - voor de eerste grote fase van de overkapping trekken de Vlaamse overheid, de stad Antwerpen en het Havenbedrijf 1,250 miljard euro uit - maar men kan nu werken op basis van principes waarover men het eens is, een routeplan 2030.

Mijn synthese van de principes die in het toekomstverbond begrepen zijn:

  1. Een halve grote Ring creëert een substantiële extra vervoerscapaciteit, de sluiting van een kleine Ring niet.
  2. Internationaal handelsverkeer moet je omleiden rond de stad en niet de vrijheid geven om via het meest voor de hand liggen traject binnen een stedelijke omgeving te rijden.
  3. Stedelijke Ringwegen (en misschien wel alle snelwegen) zijn gedoemd om op termijn overkapt te worden.
  4. Het binnenskamers beslissingsrecht van ministers is verleden tijd. Kennisopbouw en overleg met de burger zijn een verworvenheid van de 21ste eeuw.

De leden van Forum 2020, die de laatste twee jaar als geëngageerde toeschouwers de ontwikkelingen gevolgd hebben, hebben deze doorbraak met enthousiasme begroet.

Maar tevens werd tijdens een debat van de denktank “Antwerpen overMorgen” met Alexander D’Hooghe aandacht gevraagd voor volgende mogelijke hete hangijzers:

  • Hoe behoud je het gezonde proces van consensus en compromisbeslissingen van beide partijen? De maturiteit en moed van de hoofdrolspelers moeten door hen, zoniet door anderen, verdergezet worden.
  • Hoe wordt het financieel plaatje realistisch en duurzaam ingevuld en - last but not least -,
  • Houden we genoeg rekening met de technologische evolutie (zelfsturende wagens, gekoppelde vrachtwagens) tijdens het doorlooptraject?

De belangrijkste verworvenheid uit het afgelopen proces is dat de overheid zich ervan bewust is dat ze op een andere manier met haar stakeholders moet omgaan. Het is niet meer denkbaar zomaar een groot infrastructureel project door de strot te duwen van vele belanghebbenden tot een hele gemeenschap.

De Vlaamse Regering heeft met het Toekomstverbond een unieke kans gegrepen om komaf te maken met een moeilijke erfenis van het voorbije decennium. Het beleid moet nu volledig inzetten op de nieuwe inzichten en technologie van de 21ste eeuw. 

Als economische draaischijf - zowel maritiem, logistiek als industrieel - van ons land kan de regio Antwerpen-Waasland zich niet langer permitteren om geen goede oplossing te leveren voor de mobiliteit en de verdere ontwikkeling van de haven, noodzakelijk om onze welvaart op peil te houden. Hiervoor is voldoende draagvlak bij alle belanghebbenden essentieel. 

Om dat te bereiken lijkt het Toekomstverbond het ei van Columbus. Vooral de rol van de intendant kwam na het afsluiten van het akkoord bij elk klein en groot issue meteen aan de oppervlakte. Het leek erop alsof we met een intendant het tovermiddel voor alle maatschappelijke problemen rond infrastructuurprojecten hadden gevonden, maar dat is geen evidentie op zich

Lessen voor de toekomst

De persoonlijkheid van Alexander D’Hooghe, zijn (internationale) ervaring met dergelijke grootschalige projecten en het gekregen mandaat van de overheid hebben de basis gelegd voor het Toekomstverbond, samen met het geloof van alle belanghebbenden om gezamenlijk aan het project te werken waarbij de doelstellingen voor iedereen gealigneerd worden. En die succesfactoren zijn zeker niet bij alle projecten zomaar aanwezig. De Vlaamse overheid zal zeker bij nieuwe projecten zoals die bij het decreet Complexe Projecten aandacht moeten besteden aan de keuzes van projectleiders/intendanten met de nodige opleiding en ondersteuning, vooral ook in het omgevingsmanagement.

Het moet bovendien een permanente opdracht zijn van de overheid om de issues te monitoren en de belanghebbenden te identificeren. De eerste stapjes worden gezet maar een volwaardig Strategisch Omgevingsmanagement (SOM) zoals zich dat bv. in Nederland heeft ontwikkeld, is zeker nog niet structureel verankerd.

Een proactieve aanpak van een project vermijdt dat in de (inspraak)procedures zelf grote aanpassingen zouden moeten gebeuren. Het proces vooraf aan het uiteindelijke ruimtelijke beslissingsproces speelt hierbij een essentiële rol. Dit betekent niet dat er een oplossing uit de bus komt die sowieso iedereen gelijk geeft. Zo werkt het niet. Maar je gaat wel in dialoog en geeft in volle transparantie uitleg over de processen en waarom bepaalde oplossingen geschikter zijn voor het grootste deel van je regio. Dit vergt van de politiek en de administraties een meer volwassen omgang met de stakeholders.

De vraag blijft of onze wetgeving het juiste kader kent om het evenwicht tussen de nood om te beslissen en de behoefte aan inspraak te vinden. Attitude is daarom belangrijker dan de wetgeving zelf. Voor sommigen zal het overleg immers altijd te lang duren, voor anderen zal het proces te kort zijn.

In de zoektocht naar een aangepaste wetgeving werd een aantal jaren geleden gekozen om op Vlaams niveau een decreet Complexe Projecten op te starten, dat op federaal niveau zou worden afgestemd met de wetgeving op de Raad van State. Dit laatste is nog niet gebeurd terwijl ondertussen het nieuwe Vlaamse decreet in werking is getreden. En meteen krijgt dit een zware test met het proces rond de Extra Containercapaciteit in het Havengebied Antwerpen.



Ook hierbij is het belangrijk dat alle belanghebbenden worden betrokken en zich ook engageren in het lopende proces. Uiterlijk begin volgend jaar wordt hier van de Vlaamse overheid een eerste belangrijke beslissing over het te kiezen alternatief verwacht op basis van een maandenlang actorenoverleg en bijhorende studies. In de procedure van Complexe Projecten, waarbij transparantie, participatie, communicatie en een geïntegreerde samenwerking centraal staan, komt na deze beslissing de mogelijkheid om naar de Raad van State te stappen. 



Alle actoren zien dit als het moment van de waarheid om te kijken of het decreet slagkracht heeft en de maandenlange intense dialogen effectief tot een volwaardig maatschappelijk draagvlak zullen leiden.

Niemand heeft dé oplossing. Maar samen kunnen we de beste oplossing vinden, maar dat vereist dat we daar nu effectief werk van maken.

September 2017

Deze site maakt gebruik van Javascript om interactieve voorbeelden te tonen.