Is het Toekomstverbond voldoende?
Het Toekomstverbond betekent de omslag van de oude politieke cultuur omtrent infrastructuurwerkzaamheden naar een samenwerkingsmodel tussen overheid en bevolking bij het uitwerken van belangrijke ingrepen in onze ruimtelijke ordening.
Ter gelegenheid van de eerste editie van de ‘Antwerpse Fluwelen Revolutie’ (2014) stelden we een tienpuntenplan voor als een constructieve bijdrage tot een duurzame bijdrage aan het complexe mobiliteitsdebat in Antwerpen. Het afsluiten van het Toekomstverbond is een geschikt moment om te kijken waar we staan. Welke punten kregen al een invulling, waar is er nog werk aan de winkel.
10-puntenplan |
Evaluatie Toekomstverbond |
||
1. | Verklaar dat het oorspronkelijke concept “Oosterweelverbinding” 15 jaar na datum technologisch voorbijgestreefd is en bevestig dat mobiliteitsoplossingen hand in hand kunnen gaan met een gezonde visie op stadsontwikkeling. | Het oorspronkelijk concept voorbijgestreefd verklaren is vandaag niet meer relevant noch nuttig. Het Toekomstverbond kiest er immers voor mobiliteit en stadsontwikkeling hand in hand te laten gaan. | |
2. | Schep duidelijkheid over risico’s en mogelijke kosten omtrent de beëindiging van de relaties met Noriant (wat zijn rechtsgronden, welke bedragen, welk redelijk compromis na te streven) en ga voor een harde onderhandeling als belangrijke klant van de aannemerswereld. | De bouwwereld heeft een schadevergoeding van 15 % van haar oorspronkelijke eis aanvaard, met in het achterhoofd het ordervolume van een gedragen en effectief op te starten project van grote omvang. | |
3. | Verlaat in dit complexe dossier de keuze van volledige uitbesteding via publiek-private samenwerking (PPS) en design, build, finance, maintain (DBFM) als financierings- en aanbestedingsmethode om te kiezen voor individuele aanbesteding van (deel)projecten met duidelijk afgebakende omvang en doelstellingen. | Het wordt alleszins geen allesomvattende mega-aanbesteding voor een alliantie van 'happy few' en de piste van fictieve PPS werd door Europa doorprikt. Echte PPS-constructies bestaan zoals de A11 in West-Vlaanderen (verbinding Zeehaven-Brugge met het binnenland) ook al moet de hogere financieringskost gerechtvaardigd worden door grotere duurzaamheid. | |
4. | Kies voor een volkslening ter financiering van de werken (en gebruik het voordeel in financieringskost om de schadevergoeding aan Noriant te betalen). | De keuze voor het aanwenden van begrotingsoverschotten naast een beperkte vaste financiering is ingebouwde onzekerheid en draagt in zich de kiem van onvrede in de rest van Vlaanderen. Een volkslening is (totnogtoe) niet weerhouden maar moet op de agenda blijven en best zo snel mogelijk als een testcase worden toegepast. | |
5. | Laat vanaf nu alle ingrepen omtrent het secundair wegennet rond Antwerpen voorafgaand valideren door een gedepolitiseerd coördinatieorgaan voor de Regio Antwerpen. | Er is weliswaar geen gedepolitiseerd coördinatieorgaan tot stand gekomen. De bewust gepolitiseerde regioraad moet zorgen voor meer afstemming. Het blijft echter voor het Toekomstverbond essentieel dat de band met de gemeenten rondom, zowel op rechter als linker Scheldeoever sterker wordt uitgebouwd. Iedereen heeft er belang bij dat een vlotte mobiliteitsregio wordt uitgebouwd. Wel is er een ‘werkplatform’ ontstaan waar openbare vervoersmaatschappijen, nutsbedrijven en stad hun grote werven op elkaar afstemmen. De taak van de intendant om iedereen op de kar te krijgen blijft essentieel. | |
6. | Beslis een verplichte omleiding voor het internationaal transitverkeer uit het Noorden tijdens piekuren (via de toltunnels Liefkenshoektunnel of Westerscheldetunnel in Nederland). | Het radicaal haventracé zorgt voor omleiding. Men kiest dit via km-heffing eerder dan verplichting. De Antwerpse haven heeft met de Liefkenshoektunnel al een toltunnel en tol is voorzien om de Oosterweelverbinding te financieren. Het geheel moet zowel oplossend werken voor de mobiliteit, maar mag ook de concurrentiekracht niet ondermijnen. | |
7. | Verhef intelligente verkeerssturing als prioritaire strategie voor Vlaanderen als centrale logistieke regio voor Europa. | Het Toekomstverbond omvat duidelijke maar voorzichtige aanzetten. Een verdere uitbouw van het 'Capital of Things' concept en de weg naar een Slimme Haven moeten hier werk van maken. | |
8. | Bouw aan een tweede (halve) Ring rond Antwerpen in het noorden in plaats van de bestaande drie-vierde Ring te sluiten ter hoogte van het Sportpaleis. Start de bouw van deze noordelijke halve Ring met de prioritaire aanleg van de A102 (Ekeren – Wommelgem) en van de verbinding E17 – Liefkenshoektunnel (de zogenaamde tangenten). | Het radiaal haventracé is een essentieel onderdeel van het Toekomstverbond, waarbij effectieve en snelle aanleg van de A102 cruciaal is. De ‘Oosterweel light’ krijgt weliswaar voorrang op de aanleg van de A102. Ondertussen ontstaan op het traject nieuwe actiegroepen in de randgemeenten. Het blijft een uitdaging ook hier te landen. | |
9. | Stimuleer een arbeidsorganisatie gericht op de noden en op de technologie van de 21ste eeuw om piekbelasting op het wegennetwerk te vermijden. | Zowel overheid als sociale partners blijven hier in gebreke. De schuchtere pogingen moeten doelbewust worden uitgebouwd, met de focus op het (administratieve) woon-werkverkeer en op het goederenverkeer. Een welbedoelde poging om de containerterminals ‘s nachts open te houden heeft nog onvoldoende succes. Dit bewijst dat de hele logistieke keten mee in het bad moet. | |
10. | Maak van Antwerpen een toekomstgerichte, vlot bereikbare en milieuvriendelijke stad door stapsgewijs de gedeeltelijke overkapping van de Antwerpse Ring te realiseren in het kader van een breed gedragen termijnstrategie van stadsontwikkeling. | De ambitie van het Toekomstverbond is bijzonder groot. De capaciteit om de positieve energie te bestendigen zowel politiek als maatschappelijk en compromisbereidheid van de actiegroepen van de rand zullen determinerend zijn voor het uiteindelijk succes. | |